Het is begin jaren twintig, net na de Eerste Wereldoorlog. In Zweden zijn de beperkingen op alcohol strenger dan de meeste mensen willen, en dus is er sprake van overvloedige smokkel. In dit specifieke stadje wordt de smokkel geregeerd door één man, de koning van de smokkelaars. De smokkelaars die voor hem werken, mogen zelf niet veel van de winst houden, maar als ze niet voor hem werken, komen ze in de problemen, waar zijn handlangers voor zorgen. Albert Jansson arriveert echter in de stad en begint de concurrentie aan te gaan met de smokkelaarskoning. Ondertussen probeert de politie, samen met het douanekantoor, de smokkelaars te pakken.