Bij de oprichting van de Vijfde Republiek had De Gaulle zich een mystieke band met de Fransen voorgesteld, die uiteenviel door de mandaten van zijn opvolgers. Pompidou was de eerste 'normale president'. Giscard, de moderne prins, nodigde zichzelf uit voor een diner in de foyers. Mitterrand, de vorst, herschiep afstand. Chirac, de tactiele Corrèzean, werd de kampioen van het reizen in de gebieden. Sarkozy, de 'bling bling', bracht zijn populaire smaak naar voren. Hollande, de meest impopulaire, wilde eruitzien als de gemiddelde Fransman en vergat zijn ambt te belichamen. Macron, de Jupiter-president, verzamelde onhandige 'kleine zinnen'. Hoe staat het met de relatie van het Franse volk met zijn presidenten?